Op de schuine zolderingen van het dakatelier dat Ria Verhaeghe tot haar ermitage heeft gemaakt staan tegenover mekaar vier woorden geborsteld. "Willen" en "Voelen" staat er aan de ene kant en daartegenover "Denken" en "Doen". En op de rechte muur aan de binnenkant van de voorgevel van het oude huis staat er eenvoudig en toch duidelijk "Ik". Het is het eerste wat me opvalt als ik binnenkom. Het is een programma, een van het ambitieuse type. "Het aanbrengen van die woorden was een zeer intense ervaring", zegt ze, "vroeger waren hier de meidenkamertjes." Zowel de woorden zelf als hetgeen zij erover zegt is typerend voor de persoonlijkheid en het werk van deze vrouw, het samengaan in een harmonische entiteit van emoties en cerebraliteit. Haar werk, maar ook haar doordeweekse denken en doen getuigen van een engagement, een echt betrokken zijn op de wereld.

 

Haar vorige tentoonstelling te Brugge droeg de titel "Tegen het vergeten" naar een poëziebundel van de door haar hooggewaardeerde dichter Hans Favery. Deze tentoonstelling was een betekenisvolle fase in haar evolutie en de expositie in de Gele Zaal is een verdere stap op de ingeslagen weg. "Niettegenstaande de tijd" (naar de titel van een gedicht van Guillaume van der Graft) ligt zowel inhoudelijk als beeldend in dezelfde lijn, alleen nog sterker, dieper.

 

Ria Verhaeghe vertrekt vanuit haar confrontaties met de dood. Zelf is ze een intens levende vrouw, moeder van kinderen. Met de dood in zijn vele verschijningsvormen maakte ze kennis toen ze vroeger werkte als verpleegster, de dood ziet ze elke dag in de kranten, in gepersonifieerde vorm in doodsberichten, de dood is overal. Om niet overwonnen te worden door de dood en het pessimisme moest ze een weerstand ontwikkelen, het heeft de vorm aangenomen van een geëngageerde, rustige, doorgehouden artistieke strijd. Een streven naar het leeg maken van de geest is haar daarbij een hulpmiddel. "Leegte wordt getekend door hetgene errond is, de leegte heeft een betekenisvolle binnenkant en het is vanuit die binnenkant dat ik werk kan maken."

 

Soms ziet een oppervlakkige kijker slechts een grijs vlak, of een gouden vlak, een monochroom. Wie beter toeziet ontwaart onder het goud teksten, teksten van doodsberichten. Die necrologieën in de kranten fascineren haar en ze gebruikt ze dankbaar. Ze gebruikt ze zoals de mensen om de doden aan de vergetelheid te ontrukken, om de dood die ook weggedrukt wordt - we hebben een zeer ambivalente houding tegenover de dood - aan de oppervlakte te brengen. Soms maakt ze daarbij gebruik van de toevallige aanwezigheid van andere berichten of reclame bij die doodsberichten. Een beetje relativering kan geen kwaad. Ze heeft een soort kruisweg gemaakt met de traditionele veertien staties, elk paneel bevat necrologieën uit een ander land. We zijn allemaal gelijk in de dood.

 

Haar schilderijen, want dat zijn het toch, omvatten vele lagen, en dat is zowel materieel als spiritueel op te vatten.

 

Naast het werken met necrologieën is ook de fotokopie een van haar geprefereerde werkmethodes. Bepaalde beelden - ze legt hele verzamelingen aan - worden door haar als uitgangspunt gebruikt. Zo heeft ze de foto van een gestorven gevangene uit 'Het Boek der Kampen' gefotokopieerd, uitvergroot, doorgetekend op zijdepapier en weer eigenhandig gekopieerd door overbrenging met carbon. Op die manier krijg je drie gelijkaardige maar toch erg verschillende beelden van eenzelfde gegeven. Het is een van de weinige foto's uit het boek waar een individuele, gestorven gevangene op te zien is. Die dode man wordt op een verticale wijze gepresenteerd en geeft de indruk van de dood te overstijgen. In plaats van de dood denk je eerder een symboliek van leven en vitaliteit te zien. Het is een erg typisch beeld voor haar en haar werk, voor haar manier van denken en voelen.

 

Zoals wij via de media voortdurend met beelden gemanipuleerd worden, zo manipuleert zij ook met de beelden van de media. Fotokopieën van in de kranten en tijdschriften verschenen foto's die haar om een of andere reden diep getroffen hebben worden door haar op allerlei wijzen bewerkt en worden het vertrekpunt van een schilderij waarin de fotografische afbeelding een overwegende rol blijft spelen en toch onderdeel is van een plastisch geheel. Foto's van vluchtelingen, het beschieten van betogers in Zuid-Afrika, het bewenen van de doden in Kroatië, het worden schilderijen met een intense dramatiek zonder pathos, zonder plaats te maken voor gemakkelijke sentimentaliteit, schilderijen die van het vluchtige beeld een versterkende werking laten uitgaan die grenst aan een blijvende monumentaliteit.

 

Fotokopieën van de foto's van vervallen panden die zij heeft gekend, waar mensen hebben gewoond en geleefd, worden door haar met een onvoorstelbare ijver en nauwgezetheid bewerkt. Er spreekt een groot respect uit voor de medemens en een hoge mate van empathie. Die dingen worden gekoesterd 'tegen het vergeten', maar dit alles overstijgt in zo'n sterke mate het particuliere, het krijgt een meer universele draagkracht.

 

Toen ze las dat er dagelijks 40.000 kinderen van honger sterven is ze begonnen met het maken van kleine paneeltjes waarop zij het aantal veertigduizend heeft geturfd. Op die manier wou ze snappen, kunnen bevatten hoe groot dat getal eigenlijk is en hoe groot die schande van onze beschaving. Die paneeltjes ontroeren door hun extreme eenvoud, de eenvoud waarin zij ook hun kracht vinden.

 

Het was voor haar erg belangrijk om dat effectief te doen. Het werk dat zij maakt is inderdaad bijna gewild arbeidsintensief. Het laat haar toe om na te denken terwijl ze werkt. Wanneer ze een schilderij maakt is dat veel impulsiever en meer instinctief, "schilderen neemt me veel meer in beslag". Als ze met het meer conceptuele aspect van haar oeuvre bezig is, laat dat haar toe meer de dingen te vatten. Vandaar dat ook het repetitief karakter in veel van haar werken naar voor komt. Herhalingen en werken in reeksen vindt ze, zoals meer kunstenaars overigens, erg belangrijk. Hierdoor krijgt ze de gelegenheid dieper te graven, aspecten uit te diepen, verschillen te zien, inzichten te verkrijgen.

 

Alhoewel het werk van Ria Verhaeghe zo'n algemeen humane thema's in zich draagt, is het daarom niet gemakkelijk. Het lezen en het zien van haar werk vraagt van de kijker enige inspanning. "Beelden moeten moeite kosten", zegt ze zelf, "ze moeten het denken stimuleren." Hiermee gaat ze natuurlijk lijnrecht in tegen de gemakkelijke beeldcultuur die juist het denken ontmoedigt, het denken en de persoonlijke reflectie uitschakelt. De kunst van Ria Verhaeghe verdraagt de rustende blik van de kijker, het geluid van de stilte. Maar misschien hoort u ergens op de achtergrond het lichte geruis van water, dan is dat een gewild geluid. Water is leven. Het aanbrengen van die tekst was een van haar acties op de lichtkrant van een Brugs zwembad. Het werd door vele honderden gezien en begrepen. Het leven haalt het op de dood.

 

                                                                                                  Gent 1992          Daan Rau